Blog

System meltdown op het spreekuur

Gepubliceerd op:
8
February
2018
door:
Jim Faas

‘Ziek zijn blijkt toch lucratiever. Als ik daar niet in meega, kan ik een forse dosis verzet verwachten’

Maandagochtend negen uur. Buiten regent het. Binnen start een nieuwe dag. Voor me zit Kees. Het eerste ziektewetconsult van vandaag. Kees werkte voor een bedrijf met zelfsturende teams. Daar bleek hij niet tegen te kunnen. Hij raakte het overzicht én de draad kwijt. Dan werd hij rood, ging hakkelen en liep weg. Zijn verzuim was de laatste twee jaar enorm gestegen. Kees trok het niet meer, maar de organisatie evenmin. Bij de zoveelste reorgani- satie is Kees dan ook aan de kant geschoven. Kees is niet alleen de pineut, maar heeft zich ook ziek gemeld en zit daarom nu hier. Je zou dit gedrag medisch kunnen duiden. Schot voor de boeg: autismespectrumstoornis. Moet Kees daarvoor nu wel of niet langs de psychiater? En wordt hij daar ‘beter’ van? Hij is dan wel verzekerd van gratis stempel. Maar voor je het weet trans- formeert dat stempel (ha fijn: erkenning!) in een stigma (hoe vervelend: ik ben besmet!). En zie daar dan maar weer eens van af te komen. Dat schijnt heel lastig te zijn. Alle juichverhalen uit de re-integratiewereld over omkering van beperkingen in ‘talenten’ ten spijt. Kees is pas 50 en moet dus nog wel even mee.


Maar: is er eigenlijk wel iets mis met Kees? Gewoon een bijzon- dere medewerker, beetje teruggetrokken type: so what? Een uitgesproken nerd. Een detailfreak. Geen gezellige maar wel een vriendelijke vent – als je het hem niet te moeilijk maakt. En niet onbelangrijk: dit is toch dertig jaar goed gegaan? Tot aan die zelfsturende teams, dus.

Ik worstel. Wat is de kip, wat het ei? Maar ja: ik heb hier voor doorgeleerd, toch? Laten we de zaak nog eens doorlopen. Of Kees kan niet meer meekomen én dat heeft een medische oorzaak – ik kies dan het meest passende label uit. Of mijn conclusie is dat Kees zich onvoldoende heeft aangepast aan de eisen van deze tijd. Tough luck! Sluit aan in de rij baanlozen. Jammer voor Kees, maar ik kan het werkloosheidsprobleem niet in mijn eentje voor hem oplossen.

Sla ik linksaf – medisch label – dan gaat Kees de verzuimbege- leiding in en kan er twee jaar worden uitgetrokken om hem te re-integreren. Hij komt daardoor financieel voorlopig niet in de problemen. Kosten voor de maatschappij. Het pamperen kent dan geen einde want Kees kan altijd terugvallen op zijn ‘stoor- nis’.

Ik kan ook rechtsaf slaan – de wereld verandert en jij dus wel of niet ook – onder het motto: niks aan de hand, gewoon iemand die niet meer op de werkplek past en dus de bakens moet verzet- ten. Kees moet subiet ander werk gaan zoeken. Daar staat hij dan. Geen ziekengeld. Op zijn 50ste werkloos. De statistieken doen de rest.

Nu de hamvraag: is Kees mét medische diagnose nou zo’n heel andere vent dan zonder medisch label? En rechtvaardigt dat een compleet ander uitkeringsregime? Lijn 1: twee jaar compensatie voor ziekte, mogelijk gevolgd door een langdurige arbeidsonge- schiktheidsuitkering. Lijn 2: pak ’m beet twee jaar WW. Slechte arbeidsmarktkansen, waarna de bijstand lonkt, als ie daar al recht op heeft.

Halverwege ’t spreekuur blijkt dat Kees een plaatsje in lijn 1 claimt. Hij is niet gek. Kwestie van gezond verstand en berekenend gedrag. Als ik daar niet in meega, kan ik een forse dosis verzet verwachten. Ziek zijn blijkt toch lucratiever te zijn.
Do your job, Faas!

Ik pak stiekem het handboek verzekeringsgeneeskunde erbij. Op zoek naar het hoofdstuk: wat te doen bij een system meltdown?

Download artikel